Opdrachten week 1 - hier diverse antwoorden met vragen te vinden - Opdrachten week 1 1. Beoordeel op - Studeersnel (2024)

Vak

Universiteit

Hogeschool Rotterdam

Geüpload door:

Reacties

Andere studenten bekeken ook

• Uitwerking oefenopgaven
• Vragenlijst
• Checklist jaarrapport
• HET Fiscaal Adviesbureau Facpro 0714-Nederlands 2021-2022 DEF
• College Week 4 Loonheffingen en premies werknemersverzekering
• Belastingrecht werkcollege 5 rechten

Gerelateerde documenten

• 04 uitwerkingen bbm 2020-2021 def
• Opdracht 1-20
• Opdracht 1-11
• Belastingrecht periode drie
• B LR vragen OM TE OEFENEN VOOR EXAMEN 2018
• 3A Belastingrecht Studiewijzer blackboard

Opdrachten week 1

1. Beoordeel op basis van de casus of Chris (binnenlands) belastingplichtig is in Nederland.

Theorie: In art. 2 lid 1 sub a wet IB staat dat iedereen die in Nederland woont belastingplichtig is. Insub b staat dat iedereen die niet in Nederland woont maar wel Nederlands inkomen geniet,belastingplichtig is.

Praktijk: Chris is in loondienst bij de Gemeente Rotterdam en geniet hierdoor Nederlands inkomen.Bovendien woont hij in Nederland.

Conclusie: Op grond van art. 2 lid 1 sub a wet IB is Chris belastingplichtig in Nederland.

2. Beoordeel op basis van de casus of Caroline (binnenlands) belastingplichtig is in Nederland.

Theorie: In art. 2 lid 1 sub a wet IB staat dat iedereen die in Nederland woont belastingplichtig is. Insub b staat dat iedereen die niet in Nederland woont maar wel Nederlands inkomen geniet,belastingplichtig is.

Praktijk: Caroline is ook in loondienst bij de Gemeente Rotterdam en woont in Nederland.

Conclusie: Op grond van art. 2 lid 1 sub a wet IB is Caroline belastingplichtig in Nederland.

3. Op welke heffingskortingen heeft Chris recht?

Theorie: In Art. 8 wet IB staat er dat er zeven verschillende heffingskortingen zijn waar je mee temaken kan hebben.

• De algemene heffingskorting (art. 8 wet IB) geldt voor iedere belastingplichtige.
• De arbeidskorting (art. 8 wet IB) geldt voor de belastingplichtige die arbeidsinkomen geniet.
• De inkomensafhankelijke combinatiekorting (art. 8 wet IB) geldt voor de belastingplichtige indien:

a) Hij een arbeidsinkomen heeft dat meer bedraagt dan € 5;

b) In het kalenderjaar gedurende ten minste zes maanden een kind dat bij de aanvang van hetkalenderjaar de leeftijd van 12 jaar niet heeft bereikt op hetzelfde woonadres als de belastingplichtigestaat ingeschreven in de basisregistratie personen en

c) Hij in het kalenderjaar geen partner heeft, dan wel indien hij wel een partner heeft, hij in hetkalenderjaar een lager arbeidsinkomen heeft dan zijn partner.

• De jonggehandicaptekorting (art. 8 wet IB) geldt voor de belastingplichtige die in het kalenderjaar op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten recht heeft op toekenning van een uitkering of op arbeidsondersteuning, tenzij voor hem de ouderenkorting geldt. De jonggehandicaptekorting bedraagt €771.
• De ouderenkorting (art. 8 wet IB) geldt voor de belastingplichtige die bij het einde van het kalenderjaar, of indien de belastingplicht in de loop van het jaar is geëindigd, bij het einde van de belastingplicht, de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt.
• De alleenstaande ouderenkorting (art. 8 wet IB) geldt voor de belastingplichtige indien hij in het kalenderjaar in aanmerking komt voor een uitkering.

Korting voor groene beleggingen (art. 8 wet IB) geldt voor de belastingplichtige van wie groenebeleggingen zijn vrijgesteld op grond van artikel 5.

Praktijk: Chris heeft rechts op de algemene heffingskorting omdat hij belastingplichtig in Nederlandis. Verder heeft Chris recht op arbeidskorting omdat hij arbeidsinkomen geniet en heeft hij recht opde inkomensafhankelijke combinatiekorting omdat zijn arbeidsinkomen meer dan €5 bedraagt enhij minder verdient dan zijn partner.

Conclusie: Chris heeft recht op de algemene heffingskorting, de arbeidskorting en deinkomensafhankelijke combinatiekorting.

4. Op welke heffingskortingen heeft Caroline recht?

Theorie: In Art. 8 wet IB staat er dat er zeven verschillende heffingskortingen zijn waar je mee temaken kan hebben.

• De algemene heffingskorting (art. 8 wet IB) geldt voor iedere belastingplichtige.
• De arbeidskorting (art. 8 wet IB) geldt voor de belastingplichtige die arbeidsinkomen geniet.
• De inkomensafhankelijke combinatiekorting (art. 8 wet IB) geldt voor de belastingplichtige indien:

a) Hij een arbeidsinkomen heeft dat meer bedraagt dan € 5;

b) In het kalenderjaar gedurende ten minste zes maanden een kind dat bij de aanvang van hetkalenderjaar de leeftijd van 12 jaar niet heeft bereikt op hetzelfde woonadres als de belastingplichtigestaat ingeschreven in de basisregistratie personen en

c) Hij in het kalenderjaar geen partner heeft, dan wel indien hij wel een partner heeft, hij in hetkalenderjaar een lager arbeidsinkomen heeft dan zijn partner.

• De jonggehandicaptekorting (art. 8 wet IB) geldt voor de belastingplichtige die in het kalenderjaar op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten recht heeft op toekenning van een uitkering of op arbeidsondersteuning, tenzij voor hem de ouderenkorting geldt. De jonggehandicaptekorting bedraagt €771.
• De ouderenkorting (art. 8 wet IB) geldt voor de belastingplichtige die bij het einde van het kalenderjaar, of indien de belastingplicht in de loop van het jaar is geëindigd, bij het einde van de belastingplicht, de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt.
• De alleenstaande ouderenkorting (art. 8 wet IB) geldt voor de belastingplichtige indien hij in het kalenderjaar in aanmerking komt voor een uitkering.
• Korting voor groene beleggingen (art. 8 wet IB) geldt voor de belastingplichtige van wie groene beleggingen zijn vrijgesteld op grond van artikel 5.

Praktijk: Caroline heeft recht op de algemene heffingskorting, omdat ze in Nederland woont en werkten dus belastingplichtig is. Caroline is belastingplichtig en geniet van een arbeidsinkomen, hierdoorheeft Caroline recht op deze heffingskorting. Caroline heeft geen recht op de inkomensafhankelijkekorting. Ze heeft wel een kind van onder 12, maar omdat haar vriend minder verdiend heeft hij rechtop deze heffingskorting in plaats van Caroline. Caroline heeft geen recht op dejonggehandicaptekorting, dit omdat Caroline geen handicap heeft. Caroline heeft geen recht opouderenkorting, dit heeft Caroline niet omdat ze nog niet de pensioengerechtigde leeftijd heeftbereikt. Caroline heeft geen recht op de alleenstaande ouderenkorting. Ze heeft hier geen recht op,

van de belastingplicht, de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, vande Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt.

• De alleenstaande ouderenkorting (art. 8 wet IB) geldt voor de belastingplichtige indien hijin het kalenderjaar in aanmerking komt voor een uitkering.

Korting voor groene beleggingen (art. 8 wet IB) geldt voor de belastingplichtige van wie groenebeleggingen zijn vrijgesteld op grond van artikel 5.

Praktijk: Wesley heeft recht op de algemene heffingskorting want hij is een belastingplichtige inNederland (art. 8 lid 1 wet IB). Ook heeft hij recht op inkomensafhankelijke combinatiekortingomdat hij de leeftijd van 12 nog niet heeft bereikt (art. 8 lid 1 wet IB).

Conclusie: Wesley heeft recht op de algemene heffingskorting en op de inkomensonafhankelijkecombinatiekorting.

8. Beoordeel of er sprake is van fiscale partnerschap tussen Chris en Caroline per 1- 1-2021.

Theorie: Iemand wordt aangemerkt als fiscaal partner als het:

a. Een echtgenoot is.

b. Als twee ongehuwde belastingplichtige een notarieel samenlevingscontract hebben en zeingeschreven staan op hetzelfde woonadres in de basisregistratie.

Praktijk: Caroline en Chris zijn ongehuwd/ongeregistreerd en wonen samen op hetzelfde adres, maarze hebben geen notarieel samenlevingscontract.

Conclusie: Er is geen sprake van fiscaal partnerschap tussen Chris en Caroline per 1-1-2021,aangezien ze geen notarieel samenlevingscontract hebben.

9. Leg uit hoe het proces eruitziet als je een woning gaat kopen en wat de functie is van een makelaar, notaris en hypotheekadviseur als je woning gaat kopen?

Theorie en praktijk: De belangrijkste taak van een makelaar is bemiddelen bij de verkoop of aankoopvan een woning. De hypotheekadviseur rekent uit wat je maximaal aan hypotheek kunt krijgen. Ookals je jouw huidige hypotheek wilt wijzigen, berekent de adviseur of dat mogelijk is. De notaris steltde akte van levering ofwel transportakte op. Met deze akte word jij eigenaar van de woning op deoverdrachtsdatum.

Conclusie: Allereerst is het belangrijk om te bekijken wat je budget is voor het kopen van een huis enwat je maximaal kunt lenen. Daarna begint de zoektocht naar een huis wat aansluit bij jouw wensen,hiervoor kun je een makelaar inschakelen. Wanneer je een huis hebt gevonden, breng je een bod uit.Wanneer jouw bod is geaccepteerd, teken je het voorlopige contract en moet je de hypotheekrondkrijgen.